Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2023 1e versie

Visie grondbeleid

Visie grondbeleid

Bij actief grondbeleid worden gronden in eigendom of verworven voor het ontwikkelen van woningbouw, bedrijventerreinen, groen en recreatie, en duurzame energievoorzieningen.

Op verzoek van derden kan medewerking worden verleend aan het ontwikkelen van (veelal kleinschalige, maar soms ook grotere) projecten (facilitair grondbeleid). Het belang van een actief grondbeleid is de mogelijkheid om actief sturing te geven aan de kwaliteit van de ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast biedt actief grondbeleid de mogelijkheid van volledig kostenverhaal, inclusief een bijdrage aan de infrastructuur en het voorzieningenniveau van de gemeente (‘wijk- en bovenplanse voorzieningen’).

Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van een sluitende exploitatie, waarin alle kosten, onder meer voor voorbereiding en het realiseren van het openbaar gebied, volledig worden bekostigd uit de grondopbrengst. Daar waar risico's bestaan op een niet sluitende grondexploitatie of gronden geheel of gedeeltelijk in eigendom zijn bij marktpartijen, wordt samenwerking gezocht met de marktsector en wordt de gewenste ontwikkeling op basis van publiek-private samenwerking nagestreefd. Bij faciliterend grondbeleid beperkt de gemeente zich tot haar publieke taak. De planrealisatie geschiedt dan volledig voor rekening en risico van de marktpartij. Ook bij deze particuliere ontwikkelingen, waaraan de gemeente medewerking verleent, worden de gemeentelijk te maken kosten maximaal verhaald. De Wet ruimtelijke ordening biedt hiervoor de juridische basis. Indien er sprake is van een bouwplan (zoals omschreven in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moeten de kosten, zoals opgenomen op de limitatieve kostensoortenlijst van artikel 6.2.4. van het Bro, op de particuliere initiatiefnemer/ ontwikkelaar worden verhaald.

De gemeente Opmeer hanteert bij voorkeur de zogenaamde anterieure, privaatrechtelijke overeenkomst. Indien geen overeenkomst kan worden gesloten, wordt een exploitatieplan vastgesteld en worden de kosten op basis van dit plan verhaald volgens een posterieure overeenkomst.

Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

  • Grondvoorraad voor de korte en middellange termijn (5 tot 10 jaar) ter grootte van het met de regio en provincie overeengekomen bouwvolume voor woningbouw (aandeel Woondeal Noord-Holland Noord), ruimte voor bedrijventerrein (Convenant werklocaties 2022) en maatschappelijke functies, zoals welzijnsvoorzieningen, gebouwen voor publieke functies, sportterreinen en begraafplaatsen;
  • Voor de verwerving geldt de vastgestelde ruimtelijke structuurvisie als uitgangspunt;
  • De gemeente zal risico’s zoveel mogelijk beperken;
  • Bij voorkeur is de verwerving van gronden via de weg van minnelijk overleg, maar waar nodig zal de gemeente voor het verwerven van gronden gebruik maken van de Wet voorkeursrecht gemeenten en/of de Onteigeningswet;
  • In geval van PPS-overeenkomsten maakt de gemeente afspraken over ten minste de volgende punten: uit te geven kavels, ruimtelijke ordeningsaspecten, beeldkwaliteitsplan (verplicht bij nieuwe bouwlocaties buiten bestaand stedelijk gebied), infrastructuur, wijk- en bovenplanse voorzieningen, fasering en huisvesting van de doelgroepen van beleid;
  • Voor het grondprijsbeleid volgt de gemeente de residuele methode (uitgifteprijs wordt bepaald op basis van de vrij op naam prijs minus de bouwkosten, bijkomende kosten, winst en risico) en de comparatieve methode (grondprijs wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van vergelijkbare stukken grond in de regio);
  • Het grondbedrijf wordt zowel als financieringsmiddel als in de uitvoering en begeleiding actief ingezet;
  • Kostenverhaal bij voorkeur op basis van actieve grondpolitiek;
  • Bij medewerking aan particuliere ontwikkelingen vindt verhaal van kosten bij voorkeur plaats via het privaatrechtelijk spoor en indien dat niet mogelijk is wordt het publiekrechtelijk spoor ingezet.
  • Kosten van planschade worden binnen de mogelijkheden van jurisprudentie en de Wet verhaald op de particuliere grondexploitant.
  • Het grondbeleid wordt gevoerd binnen de kaders van de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (juli 2019) van de Commissie BBV.


Woonvisie Opmeer
In 2022 is de beleidsperiode van de Woonvisie 2018-2022 beëindigd. De woonvisie bevat de uitgangspunten voor de behandeling van vraagstukken bij woningbouw, onderhoud aan bestaande bouw en verbetering van de kwaliteit van wonen. Met de woningcorporatie De Woonschakel, in totaal 54 wooneenheden, maken wij op basis van deze visie prestatieafspraken.

Woonakkoord 2020-2025

Het woonakkoord vervangt het Regionaal Actie Programma Wonen 2017-2020. Het woonakkoord bestaat uit twee delen; deel 1 de opgaven voor wonen en bouwen, deel 2 bevat de samenwerkingsafspraken en acties.

De regio heeft tot doel om de inwoners van Westfriesland naar wens en tevredenheid te laten wonen en een breed scala aan woonwensen binnen de regio te realiseren. De regio zet in op:

  • Versnelling van de woningbouwopgave met een betaalbaar, aantrekkelijk en duurzaam woonaanbod voor iedere doelgroep. Dit resulteert in de ambitie om jaarlijks ten minste 900 woningen te bouwen;
  • Het op peil houden en uitbouwen van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de bestaande voorraad;
  • Leefbaar en bereikbaar Westfriesland tot in de kern;
  • Onderscheidende en complementaire nieuwbouw producten;
  • Langer zelfstandig wonen bevorderen;
  • Werken met een flexibel kader dat de regio houvast beidt en ruimte laat voor markt initiatieven.
  • De provincie Noord-Holland en regio Westfriesland geven uitvoering aan de opgaven, zoals deze beschreven zijn in deel 1. De opgaven worden regelmatig geactualiseerd en tenminste jaarlijks in een bestuurlijk voortgangsoverleg besproken. Dit geldt voor de acties en afspraken en de lijst met woningbouwplannen in het landelijk gebied.