Financieringspositie
De financieringspositie bij de aanvang van het jaar 2024 ziet er als volgt uit.
De financieringspositie in het jaar 2023 (bedragen x 1.000) |
1 januari |
31 december |
Algemene reserves en bestemmingsreserves |
50.547 |
54.741 |
Voorzieningen |
6.333 |
7.927 |
Saldo nog niet afgeloste vaste geldleningen |
14.961 |
14.479 |
Subtotaal |
71.841 |
77.147 |
Boekwaarde investeringen |
46.175 |
54.220 |
Financieringsoverschot (+ = overschot / - = tekort) |
25.666 |
22.927 |
Leningenportefeuille
De onderstaande tabel geeft inzicht in de mutaties van de leningenportefeuille en de invloed van deze mutaties op de gemiddelde rente.
Mutaties in leningenportefeuille (bedragen x 1.000) |
Bedrag |
Gem. rente |
Stand per 1 januari 2023 |
14.961 |
1,17% |
Nieuwe leningen |
|
|
Reguliere aflossingen |
482 |
|
Vervroegde aflossingen |
|
|
Rente aanpassing (oud percentage) |
|
|
Rente aanpassing (nieuw percentage) |
|
|
Stand per 31 december 2023 |
14.479 |
1,17% |
Relatiebeheer
Als huisbankier van de gemeente Opmeer wordt aangemerkt de Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG).
Organisatie
De treasuryfunctie wordt, zoals opgenomen in het Treasurystatuut uitgevoerd door de op grond van dat statuut aangewezen medewerkers van de gemeente.
EMU-saldo
De Economische en Monetaire Unie (EMU) is een groep van EU-lidstaten die de Euro als betaalmiddel hebben ingevoerd. Ter beheersing van de waarde van deze munt is besloten de uitgaven en inkomsten van de deelnemende landen te volgen en uit te drukken in het EMU-saldo. Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, medeoverheden en sociale fondsen). Om die reden is voorgeschreven dat de gemeenten in hun begroting/jaarrekening een overzicht opnemen van hun bijdrage aan het EMU-saldo.
In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% Bbp mag bedragen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van definities en conventies van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 1995). Deze definities bepalen dat het EMU-saldo het saldo van de gehele overheid is: Rijk, sociale fondsen en overige publiekrechtelijke lichamen (lokale overheid) en wat daarin wordt meegeteld. Lokale overheden zijn daarom medeverantwoordelijk voor het Nederlandse EMU-saldo. Het is voorgeschreven dat de gemeenten in hun begroting een overzicht opnemen van hun EMU-saldo. In onderstaande tabel wordt het exploitatiesaldo van de gemeente Opmeer omgezet naar het EMU-saldo voor het jaar 2023.
nr. |
|
Omschrijving |
Bedrag x € 1.000 |
1. |
(+) |
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c). |
3.263 |
2. |
(-) |
Mutatie (im)materiële activa |
8.403 |
3. |
(+) |
Mutatie voorzieningen |
1.595 |
4. |
(-) |
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) |
351 |
5. |
(-) |
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa |
0 |
|
|
Berekend EMU-saldo |
-3.896 |
Rente-omslag |
Omschrijving |
(bedragen x € 1.000) |
---|---|---|
a. |
Externe rentelasten over de korte en lange financiering |
176 |
b. |
Externe rentebaten over de korten en lange financiering |
921 |
|
Saldo rentelasten en rentebaten |
-745 |
Omdat de rentebaten hoger zijn dan de rentelasten ontstaat er een ‘negatieve’ aan de taakvelden toe te rekenen rente (een ‘negatieve’ renteomslag). Dan is er feitelijk geen sprake van een rentelast die aan taakvelden moet worden toegerekend, maar een rentebaat die ontstaat omdat op uitstaande geldleningen en het schatkistbankieren meer rente wordt ontvangen dan aan rente op aangetrokken lange en korte financiering wordt betaald. Deze ‘negatieve’ aan de taakvelden toe te rekenen rente (een ‘negatieve’ renteomslag) is een resultaat van treasurybeleid en beheer en wordt dan ook niet daadwerkelijk aan de taakvelden toegerekend, maar blijft op het taakveld treasury als baat staan.