Paragraaf 7
Visie grondbeleid
Bij actief grondbeleid worden gronden in eigendom of verworven voor het ontwikkelen van woningbouw, bedrijventerreinen, groen en recreatie, en duurzame energievoorzieningen.
Op verzoek van derden kan medewerking worden verleend aan het ontwikkelen van (veelal kleinschalige, maar soms ook grotere) projecten (facilitair grondbeleid). Het belang van een actief grondbeleid is de mogelijkheid om actief sturing te geven aan de kwaliteit van de ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast biedt actief grondbeleid de mogelijkheid van volledig kostenverhaal, inclusief een bijdrage aan de infrastructuur en het voorzieningenniveau van de gemeente (‘wijk- en bovenplanse voorzieningen’).
Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van een sluitende exploitatie, waarin alle kosten, onder meer voor voorbereiding en het realiseren van het openbaar gebied, volledig worden bekostigd uit de grondopbrengst. Daarnaast wordt de grondexploitatie ingezet om - na rato van het (toekomstig) gebruik of belang - bij te dragen aan algemene voorzieningen als wegen en energie. Daar waar risico's bestaan op een niet sluitende grondexploitatie of gronden geheel of gedeeltelijk in eigendom zijn bij marktpartijen, wordt samenwerking gezocht met de marktsector en wordt de gewenste ontwikkeling op basis van publiek-private samenwerking nagestreefd. Bij faciliterend grondbeleid beperkt de gemeente zich tot haar publieke taak. De planrealisatie geschiedt dan volledig voor rekening en risico van de marktpartij. Ook bij deze particuliere ontwikkelingen, waaraan de gemeente medewerking verleent, worden de gemeentelijk te maken kosten maximaal verhaald. De Omgevingswet biedt hiervoor de juridische basis.
in 2024 zal een grondbeleidsnota, inclusief kostenverhaal, aan de gemeenteraad ter vaststelling worden voorgelegd.
Uitgangspunten
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
- Grondvoorraad voor de korte en middellange termijn (5 tot 10 jaar) ter grootte van het met de regio en provincie overeengekomen bouwvolume voor woningbouw (aandeel Woondeal Noord-Holland Noord), ruimte voor bedrijventerrein (Convenant werklocaties 2022) en maatschappelijke functies, zoals welzijnsvoorzieningen, gebouwen voor publieke functies, sportterreinen en begraafplaatsen;
- Voor de verwerving geldt de vastgestelde ruimtelijke structuurvisies en gebiedsvisies als uitgangspunt;
- De gemeente zal risico’s zoveel mogelijk beperken;
- Bij voorkeur is de verwerving van gronden via de weg van minnelijk overleg, maar waar nodig zal de gemeente voor het verwerven van gronden gebruik maken van de Wet voorkeursrecht gemeenten en/of de Onteigeningswet;
- In geval van PPS-overeenkomsten maakt de gemeente afspraken over ten minste de volgende punten: uit te geven kavels, ruimtelijke ordeningsaspecten, beeldkwaliteitsplan (verplicht bij nieuwe bouwlocaties buiten bestaand stedelijk gebied), infrastructuur, wijk- en bovenplanse voorzieningen, fasering en huisvesting van de doelgroepen van beleid;
- Voor het grondprijsbeleid volgt de gemeente de residuele methode (uitgifteprijs wordt bepaald op basis van de vrij op naam prijs minus de bouwkosten, bijkomende kosten, winst en risico) en de comparatieve methode (grondprijs wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van vergelijkbare stukken grond in de regio);
- Het grondbedrijf wordt zowel als financieringsmiddel als in de uitvoering en begeleiding actief ingezet;
- Kostenverhaal bij voorkeur op basis van actieve grondpolitiek;
- Bij medewerking aan particuliere ontwikkelingen vindt verhaal van kosten bij voorkeur plaats via het privaatrechtelijk spoor en indien dat niet mogelijk is wordt het publiekrechtelijk spoor ingezet.
- Kosten van planschade worden binnen de mogelijkheden van jurisprudentie en de Omgevingswet verhaald op de particuliere grondexploitant.