Treasuryfunctie
De treasuryfunctie omvat de financiering van het beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering ervan vereist snelle beslissingen in een complex geworden geld- en kapitaalmarkt. Er zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie budgettaire gevolgen verbonden, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de treasuryfunctie valt niet het verstrekken van leningen aan derden.
De wettelijke basis van de treasuryfunctie is de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Deze wet stelt regels over het financieringsgedrag van gemeenten. Gemeenten dienen nadere regels op te stellen in een treasuryparagraaf.
Treasurystatuut
Het thans geldende Treasurystatuut is op 13 december 2018 vastgesteld door de gemeenteraad.
In het Treasurystatuut zijn de regels voor de uitvoering van de treasuryfunctie en de daarbij behorende bevoegdheden en verantwoordelijkheden opgenomen.
Hieronder de doelstellingen welke zijn opgenomen in het treasurybeleid van de gemeente Opmeer.
- Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden met als doel het uitvoeren van de programma’s binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders van de begroting;
- Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
- Het beschermen van gemeentelijke vermogens en resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;
- Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut, waarbij uitsluitend de publieke taak wordt gediend en voorzichtig en behoudend wordt geopereerd.
Treasurybeleid
De gemeente Opmeer heeft al een reeks van jaren een liquiditeitsoverschot. Als beleid is geformuleerd dat dit overschot wordt aangewend voor:
- vervroegde aflossing van geldleningen, waar dit op grond van de leningsovereenkomsten mogelijk is (NB. In de bestaande overeenkomsten is dit uitgesloten)
- financiering van nieuwe kapitaalsinvesteringen, zodat hiervoor geen nieuwe leningen behoeven te worden aangetrokken
- tijdelijke overschotten door middel van deposito's uitzetten of aanhouden in rekening courant bij de schatkist (ingaande 2014)
De reeks van jaren dat er een liquiditeitsoverschot is geweest, is dit beleid ook daadwerkelijk gevolgd.
In het kader van de invoering van het schatkistbeleggen wordt het financieringsoverschot zoveel mogelijk ingezet voor de bouw van 2 kindcentra en de verduurzaming van het Woningbedrijf.
Op basis van de geprognotiseerde balans is de verwachting dat er tot en met 2028 geen nieuwe leningen aangetrokken hoeven te worden. Het jaar 2026 laat echter wel een krappe liquiditeitspositie zien.
Rentevisie
Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het verwachte en werkelijke verloop van de rentestand. Deze is afhankelijk van de economische ontwikkelingen in de Europese Unie en in de rest van de wereld.
De laatste jaren heeft de ECB de beleidsrente verhoogd om hiermee de vraag naar producten en diensten af te remmen en de inflatie naar beneden te krijgen. Inmiddels is de inflatie in Nederland en de eurozone aanzienlijk gedaald, waardoor de rentetarieven weer omlaag kunnen.
Als gevolg hiervan is de ECB in juni 2024 gestart met het verlagen van de leenkosten. Economen verwachten dat de ECB de rente sneller gaat verlagen dan eerder was gedacht. Men gaat er vooralsnog vanuit dat er per kwartaal een renteverlaging zal volgen, waarbij december 2025 de depositorente op 2,25% zal uitkomen.