Algemeen beleid
De gemeentelijke belastingen/lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De lokale heffingen zijn ook een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Ze raken de inwoners en de bedrijven direct in de portemonnee. Bij de lokale heffingen kan een onderscheid worden gemaakt tussen retributies en belastingen.
Retributies dienen als vergoeding voor gemaakte kosten bij de dienstverlening en de geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak. Dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Ruim de helft van de lokale heffingen bestaat uit retributies (leges, afvalstoffenheffing en rioolheffing).
Bij belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB), hondenbelasting en de toeristenbelasting, is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Deze belastingen zijn in beginsel vrij besteedbaar en de tarieven daarvan kunnen door de raad autonoom worden vastgesteld.
In de retributies mag de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW-compensatiefonds (BCF), dit betreft zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW, vanaf 2003 extracomptabel in de tarieven worden meegenomen. Immers, de gemeenten werden toen gekort op de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is dus een wettelijk vastgelegde compensatie die in de tarieven van de retributies mag worden meegenomen.
Opmeer beschikt over een leidraad invordering waarin het beleid is opgenomen.
In de raadsvergadering van 19 december 2024 worden de belastingverordeningen 2025 vastgesteld, inclusief de definitieve indexatie van de tarieven.
Belang vaststellen kostendekkendheid
De toenemende vraag naar politieke en publieke verantwoording van tarieven is een belangrijke reden om over te gaan tot een beter systeem van kostprijsberekening. Dit betekent dat het tarief dat voor een product wordt gerekend op een inzichtelijke manier samengesteld moet worden uit de kosten en baten zoals opgenomen in de primitieve begroting en daarnaast uit de beleidsinhoudelijke keuzes die gemaakt worden.
Zolang de maximale kostendekkendheid van 100% niet bereikt is, is er ruimte voor verhoging van tarieven. Daarbij mogen de in de tarieventabel voorkomende wettelijk voorgeschreven tarieven niet verhoogd worden. Bij een keuze voor het verhogen van de tarieven is het niet noodzakelijk om alle tarieven te verhogen. Ook is het niet noodzakelijk om tarieven met hetzelfde percentage te verhogen.
Zolang de maximale kostendekkendheid van het geheel niet overschreden wordt, kan per tarief besloten worden of en met hoeveel procent het tarief verhoogd wordt. Omdat de toe te rekenen kosten grotendeels gebaseerd zijn op jurisprudentie is een exact 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden. Door iets onder het toegestane maximum te blijven wordt dit risico opgevangen.
Specifiek beleid
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld. De periodieke herwaardering op basis van de permanente marktanalyse. Opmeer hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de jaarlijkse waardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging). Daarmee wordt bereikt dat waardenmutaties niet leiden tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Opmeerse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de belastingplichtige eigenaar. Uitgangspunt bij de tarieven OZB is dus dat de gemeente over het totaal van de economische waarden een bepaalde opbrengst OZB wil genereren.
Areaaluitbreiding
Naar verwachting stijgt de totale WOZ waarde van woningen als gevolg van areaaluitbreiding in 2025 met ca. € 4.000.000 (O.A. Kunstlaan, voormalig Bik terrein).
Steeds meer zaken Digitaal
De gemeente zet in op digitale ontwikkeling.
De aanslagen gemeentelijke lasten worden digitaal aangeboden via de Berichtenbox van MijnOverheid. De burgers die geen gebruik maken van deze mogelijkheid ontvangen hun aanslag gewoon per post.
De papieren aanslag is voorzien van een QR-code, waardoor de aanslag ook digitaal raadpleegbaar is voor burgers die de aanslag per post ontvangen.
Het wordt ook mogelijk om antwoorden op vragen of bezwaren digitaal (via de Berichtenbox van MijnOverheid) terug te sturen.
In 2024 is 38% van de aanslagen digitaal verzonden naar de berichten box van MijnOverheid.
Daarnaast is het mogelijk om digitaal automatische incasso te regelen. Hier maakt ruim 65% van de belastingplichtigen al gebruik van. De aanslagen zijn voorzien van een betaallink en of QR code indien geen automatische incasso is afgegeven.