Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 Raad 6 november 2025

4.1 - Treasurybeheer

Risicobeheer

De Wet Fido schrijft voor dat de renterisico’s binnen de gemeente bewaakt dienen te worden. Het renterisico op korte termijn wordt inzichtelijk gemaakt met de kasgeldlimiet, het renterisico op langere termijn wordt in beeld gebracht met de renterisiconorm. In de onderstaande tabel ‘Kasgeldlimiet in het jaar 2026’ wordt de omvang van de kasgeldlimiet getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet Fido. Zoals uit dit overzicht blijkt, is er dankzij de aanwezige liquide middelen gedurende het hele jaar sprake van een grote ruimte binnen de kasgeldnorm.

Het drempelbedrag voor het schatkistbankieren, het totaal aan middelen dat een decentrale overheid maximaal buiten de schatkist mag aanhouden is vastgelegd in artikel 7 lid 2 van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Het drempelbedrag van de ondergrens voor kleine gemeenten is € 1 miljoen euro.

Kasgeldlimiet

De gemeente mag haar activiteiten niet onbeperkt financieren met leningen met een looptijd korter dan één jaar. Juist op "korte" financieringen kan het renterisico aanzienlijk zijn, omdat wijzigingen in de rente bij kortlopende financieringen direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is daarom de kasgeldlimiet opgenomen. Deze limiet is vastgesteld als een maximum percentage van het begrotingstotaal dat we met kortlopende middelen mogen financieren. Dit percentage is vastgesteld op 8,5%.

In onderstaande tabel is de kasgeldlimiet voor 2026 opgenomen. Hierbij wordt de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet getoetst aan de wettelijke norm. Uit de tabel blijkt dat er het gehele jaar sprake is van grote ruimte binnen de kasgeldnorm.

Het drempelbedrag voor het schatkistbankieren, het totaal aan middelen dat een decentrale overheid maximaal buiten de schatkist mag aanhouden, bedraagt € 1.000.000.

(Bedragen x € 1.000)

Kasgeldlimiet in het jaar 2026 Kw 1 Kw 2 Kw 3 Kw 4

Omvang begroting per 1 januari 2026

49.378




(1) Toegestane kasgeldlimiet





In procenten van de grondslag

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

In bedrag

4.197

4.197

4.197

4.197






(2) Omvang vlottende korte schuld

0

0

0

0

Opgenomen gelden < 1 jaar

0

0

0

0

Schuld in rekening courant

0

0

0

0

Gestorte gelen voor derden < 1 jaar

0

0

0

0

Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

0

0

0

0

(3) Omvang vlottende middelen

26.500

26.500

26.500

26.500

Contante gelden in kas

0

0

0

0

Tegoeden in rekening-courant

1.000

1.000

1.000

1.000

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

25.500

25.500

25.500

25.500






Toets kasgeldlimiet





(4) Totaal netto vlottende middelen (3)-(2)

26.500

26.500

26.500

26.500

(1) Toegestane kasgeldlimiet

4.197

4.197

4.197

4.197

Ruimte (+) / Overschrijding (-); (1)-(4)

30.697

30.697

30.697

30.697

Renterisiconorm

In onderstaande tabel is de renterisiconorm opgenomen. Het renterisico is het risico dat de rentelasten van de gemeente ineens fors stijgen als nieuw aan te trekken leningen een hogere rente hebben dan de (oude) leningen die worden afgelost. Om dit risico te beperken is er in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) een renterisiconorm vastgesteld.

Deze norm stelt dat de aflossing per jaar maximaal 20% van de begrote lasten mag zijn. Dit speelt voornamelijk bij leningen die ineens volledig worden afgelost. Bij vaste geldleningen waarop jaarlijks wordt afgelost, werkt een stijging of daling van de marktrente slechts gedeeltelijk door in de leningenportefeuille.

Het overzicht geeft voor de jaren 2026 – 2029 een ruime onderschrijding van de rente-risiconorm te zien. Hieruit kan worden afgeleid dat de spreiding van de lening portefeuille zodanig is dat de renterisico's zeer beperkt zijn.

(Bedragen x € 1.000)

Nr Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld 2026 2027 2028 2029

1

Renteherzieningen

0

0

0

0

2

Aflossingen

503

511

519

527

3

Renterisico (1+2)

503

511

519

527

4

Renterisiconorm

9.726

9.407

9.442

9.450

5a

Ruimte onder renterisiconorm

9.223

8.896

8.923

8.923

5b

Overschrijding renterisiconorm (3>4)






Renterisiconorm





4a

Begrotingstotalen 2026-2029

49.378

49.287

47.459

47.500

4b

Percentage (gemeenteregeling)

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%


4 = (4a x 4b/100)

9.726

9.407

9.442

9.450

Kredietrisico's

In de onderstaande tabel ’Kredietrisico's op verstrekte gelden’ worden de kredietrisico's op de verstrekte gelden in beeld gebracht.

(Bedragen x € 1.000)

Kredietrisico op verstrekte gelden Met/ zonder (hypothecaire) zekerheid Restant-schuld %

Gemeenten/provincies


n.v.t.


Overheidsbanken


n.v.t.


Woningcorporaties met garantie WSW


n.v.t.


Semi-overheidsinstellingen


n.v.t.


Financiële instellingen (A en hoger)


n.v.t.


Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut

zonder

706

Div%

Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut

met

1.498

Div%

Niet toegestane instellingen volgens Treasurystatuut


n.v.t.


Totaal


2.204