Programmabegroting 2023 Programmabegroting 2023 vastgesteld 10-11-22

Paragraaf 1

Weerstandsvermogen en Risicoberheersing

Inleiding
Het doel van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is inzicht te geven in de ontwikkelingen die van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente Opmeer. Het weerstandsvermogen is een indicator voor de financiële gezondheid van een gemeente en is te definiëren als de mate waarin de gemeente in staat is onverwachte tegenvallers c.q. risico’s op te vangen om zijn taken voort te kunnen blijven zetten.
Voor het weerstandsvermogen zijn de aanwezige weerstandscapaciteit en de risico’s van belang. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast behoeven te worden. De relevante risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn te ondervangen. Het gaat hier uitsluitend om risico’s die (nog) niet voldoende hard en kwantificeerbaar zijn en waarvoor dus nog geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen wordt ook wel weergegeven als de verhouding tussen de benodigde weerstandscapaciteit (risicobedrag) en de beschikbare weerstandscapaciteit. In het vervolg van deze paragraaf worden de weerstandscapaciteit en de risico’s binnen de gemeente Opmeer nader uitgewerkt en toegelicht.

Actualisatie van de risico-inventarisatie

De actualisatie van de risico’s heeft plaatsgevonden door de risico’s zoals deze zijn opgenomen in de begroting 2022 te actualiseren. Door de verantwoordelijken uit de verschillende vakgebieden zijn de risico’s beoordeeld op actualiteit en de mate van waarschijnlijkheid en financieel effect. Nieuwe risico’s zijn toegevoegd daar waar nodig. Het resultaat van de actualisatie is een actueel inzicht in het benodigd weerstandsvermogen en een top 10 van de grootste risico’s. Daar leest u meer over in het vervolg van deze paragraaf.

Uitgangspunt bij het opnemen van een risico is dat het bedrag niet kleiner is dan € 25.000 Een enkel risico onder de € 25.000 is gehanteerd omdat deze bijvoorbeeld zeer actueel is of een grote kans heeft om zich voor te doen.

Voor risico’s met betrekking tot de bouwgrondexploitaties zal de Reserve Grondexploitatie worden aangewend, voor risico’s over het Woningbedrijf de Reserve Woningbedrijf. Aan de maximale omvang van deze risicoreserve is vooralsnog geen limiet gesteld.

Kaders
Bij het opstellen van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is rekening gehouden met de kaders zoals vastgelegd in de Beleidsnota Risicomanagement en weerstandsvermogen die is vastgesteld in de raadsvergadering van 25 april 2013. Ter verduidelijking en aanvulling daarop nog een 4-tal aandachtspunten:

  1. Definitie
    Niet ieder risico is relevant of kan ten laste van de weerstandscapaciteit worden gebracht. Belangrijk is een goede afbakening. Onder een risico wordt verstaan de kans op een optreden van een gebeurtenis door interne en/of externe omstandigheden met een bepaald financieel gevolg.

  2. Voorkennis
    Om risico’s goed te kunnen relateren aan de weerstandscapaciteit worden de risico’s in kwantitatieve grootheden benoemd. Wanneer kwantificering van kans en effect (in bandbreedtes) niet mogelijk is, omdat de voorkennis ontbreekt, is er sprake van volstrekte onzekerheid en niet van een risico.

  3. Ondergrens
    Risico’s relevant voor de weerstandscapaciteit dienen van materiële betekenis te zijn voor het balanstotaal of de financiële positie. Wij stellen u voor te rekenen met een ondergrens van € 25.000 als minimale tegenvaller. Risico’s waarvan het maximale risico lager dan € 25.000 wordt geschat, achten we object van reguliere bedrijfsvoering. Deze risico’s dienen in principe binnen de exploitatie te worden opgevangen.

  4. Overige uitsluitingen
    Uitgesloten is een aantal risico’s dat samenhangt met de reguliere exploitatie en die met een grote mate van zekerheid periodiek terugkeren. Deze reguliere risico’s, die overigens meestal vrij goed meetbaar zijn, dienen via de jaarcyclus te worden ingekaderd in bestaand beleid. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het risico van schade aan eigendommen, waarbij overigens ook achterstallig onderhoud een rol kan spelen. Er wordt voor gekozen om waar mogelijk deze risico’s te verzekeren of via een voorziening af te dekken. Begrotingstechnische risico’s mogen evenmin leiden tot een beroep op de weerstandscapaciteit, omdat ze beheersbaar zijn door een goede planning & control. Dat geldt ook voor de niet in geld uit te drukken risico’s van bijvoorbeeld vertraging in processen of het niet realiseren van beleidsdoelstellingen.