Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2025 Raad 7 november 2024 incl. amendement

3.4 - Juridische Zaken

Verjuridisering van de maatschappij

Er is sprake van verjuridisering van de maatschappij. De verjuridisering van de Nederlandse maatschappij is een verschijnsel waarbij juridische regels en procedures steeds meer invloed krijgen op verschillende aspecten van het dagelijks leven. Dit betekent dat juridische normen en procedures steeds vaker worden gebruikt om maatschappelijke problemen op te lossen en om gedrag te reguleren. Een goed voorbeeld zijn burenruzies of procedures waarin burgers opkomen tegen woningbouwprojecten. Er zijn verschillende factoren die de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan de verjuridisering van de maatschappij. In de eerste plaats komt dit door de complexiteit van de samenleving. Naarmate de samenleving complexer wordt, neemt de behoefte aan duidelijke regels en procedures toe om orde te scheppen. Daarom is sprake van een toename van regelgeving. En tot slot is de toegang tot de rechtspraak makkelijker geworden. De toegankelijkheid van juridische procedures is toegenomen, waardoor burgers sneller geneigd zijn om juridische stappen te ondernemen bij conflicten. Gevolg hiervan is dat veel zaken in Opmeer tot juridische procedures leiden.

Toename van juridische procedures in Opmeer

In 2023 is tegen 47 besluiten bezwaar gemaakt. Dit is het aantal bestreden besluiten, niet het aantal bezwaarschriften. Tegen sommige besluiten zijn soms meer bezwaarschriften ontvangen. In de afgelopen twee jaar wordt een toename gezien in het aantal ontvangen bezwaren. Ten eerste komt dit door de inzet van handhaving vooral van, wat nu heet, het omgevingsplan. In 2023 is dan ook tegen 19 handhaving gerelateerde besluiten, bezwaar ingediend. Er kan dan bijvoorbeeld gedacht worden aan bezwaren tegen dwangsombesluiten, invorderingsbesluiten, het wegslepen van een auto, afwijzingen van verzoeken om handhaving, afwijzing van kwijtschelding van de invordering of een afwijzing van uitstel van betaling van de invordering. Ten tweede is er een stijging van het aantal ontvangen verzoeken op grond van de Wet open overheid. Er zijn in 2023 bezwaarschriften tegen 9 besluiten op grond van de Wet open overheid (Woo) ontvangen, waarvan 4 afkomstig van één bezwaarde en 4 van een andere zaak. Tot slot, spelen er in de gemeente een aantal kwesties die veel besluiten en bezwaren genereren. Er zijn bijvoorbeeld in een kwestie 5 verzoeken ingediend, dat heeft geleid tot 5 besluiten waartegen bezwaar is aangetekend. In een andere zaak zijn bezwaren aan de orde geweest over 3 vergunningen en een handhavingsbesluit.

Aantal besluiten waartegen bezwaar is ingediend in de afgelopen vijf jaar:

2019

2020

2021

2022

2023

16

31

11

52

47


Ook het aantal (hoger)beroepsprocedures bij de rechtbank en de Raad van State neemt de laatste jaren toe. In 2023 zijn 9 rechterlijke uitspraken gedaan over besluiten op bezwaar.

Aantal (hoger)beroepszaken in de afgelopen vijf jaar:

2019

2020

2021

2022

2023

1

0

1

5

9

Grote ambities in Opmeer

Naast de hiervoor beschreven landelijke trend van de verjuridisering van de maatschappij en de constatering dat het aantal bezwaar- en beroepsprocedures de afgelopen jaren in Opmeer flink zijn toegenomen, spelen ook de grote ambities in Opmeer een duidelijke rol in het onder druk staan van de juridische capaciteit en kwaliteit. Opmeer heeft namelijk veel ambities voor de komende periode waarbij juridische ondersteuning onontbeerlijk is. Deze juridische capaciteit is momenteel onvoldoende aanwezig om een goede juridische bijdrage te kunnen leveren aan deze ambities. Hierdoor kunnen juridische risico’s worden gelopen. Te denken valt hierbij aan ondeugdelijke contracten of onjuiste besluitvorming met mogelijke schadeclaims en proceskosten tot gevolg. Het gaat hierbij dan om de volgende ambities:

  • Noodopvang asielzoekers
  • Opvang Oekraïense vluchtelingen
  • Versnelling woningbouw (Hoogwoud Oost en diverse inbreilocaties)
  • Realisatie Integraal Kind Centra
  • Herontwikkeling van vrijkomende schoolgebouwen
  • Herontwikkeling centrumgebied Opmeer/Spanbroek
  • Industrieterrein De Veken 4
  • Handhaving en toekomstvisie recreatieparken
  • Intensivering van toezicht en handhaving
  • De taakstellingen voor wat betreft duurzaamheid, klimaatadaptatie en energietransitie
  • De in de Toekomstvisie 2023 geformuleerde ambities
  • 825 woningen bij te bouwen per 2030

Extra juridische capaciteit 2025 en 2026

De gemeente dient in de uitoefening van haar taak betrouwbaar te zijn. Juist ook in de toepassing van het recht. Dat vraagt om beleid, besluitvorming en overeenkomsten die juridisch correct zijn en volledig zijn. Daarom hebben we een juridische functie nodig op een adequaat niveau te functioneren en daarvoor is een investering nodig in 2025 van 125.000 euro en in 2026 van 40.000 euro voor een privaatrechtjurist, opleiding en begeleiding en administratieve ondersteuning

Bovendien verwachten we voor 2025 een aantal (omvangrijke) nieuwe wetten juridisch te moeten implementeren binnen de gemeente Opmeer. Hieronder geven we hiervan een opsomming.

Wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Awb

Het wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Awb treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip (naar verwachting in 2025). De internetconsultatie van het wetsvoorstel liep van 1 februari 2024 tot en met 31 juli 2024. Ter voorbereiding op de invoering van de wet zal de organisatie bestaande procedures en werkwijzen moeten aanpassen. Dit wetsvoorstel past de Algemene wet bestuursrecht aan. Deze aanpassing heeft tot doel de overheid te stimuleren besluiten voor burgers begrijpelijker te maken, zich bij de uitvoering van taken meer te verplaatsen in de burger en zich minder formeel op te stellen. Het wetsvoorstel bevat de volgende onderdelen:

  1. Er wordt een nieuwe algemene bepaling ingevoegd die de overheid de instructie geeft zich dienstbaar op te stellen bij de uitoefening van haar taak. Dit gaat over bejegening en hulp, omdat de overheid de regels beter kent dan de burger.
  2. In artikel 3:4, tweede lid, Awb is het evenredigheidsbeginsel opgenomen. Dat betekent dat een regel niet strikt wordt toegepast als uit een dossier blijkt dat de gevolgen van een besluit onevenredig zijn ten opzichte van het met het besluit te dienen doel. Dit al bestaande artikel wordt uitgebreid, zodat in de toekomst een evenredigheidstoets (volgens de bestaande jurisprudentie van de bestuursrechter) ook mogelijk wordt bij een regel uit een formele wet. Het gaat hierbij om een ventiel. Het betekent niet dat de wet opzij wordt gezet, maar alleen dat overheden de mogelijkheid krijgen om onrechtvaardige gevolgen van strenge toepassing van een regel weg te nemen.
  3. Mensen krijgen een aanspraak op het herstel van kennelijke schrijf- of rekenfouten in een besluit die zich voor eenvoudig herstel lenen.
  4. Besluiten van de overheid worden begrijpelijk gemotiveerd.
  5. Bij financiële beslissingen met rechtstreekse gevolgen voor de directe bestedingsruimte zal voorafgaand contact worden opgenomen of van de juiste gegevens wordt uitgegaan.
  6. In de regels over bestuursrechtelijke geldschulden wordt meer rekening gehouden met het vermogen van burgers, onder meer door het stimuleren van betalingsregelingen als betalingsruimte ontbreekt en mensen bij een terugvordering extra in de problemen komen.
  7. Er komt meer wettelijke ruimte om bij de indiening van een bezwaarschrift een termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
  8. Teneinde onnodige procedures te voorkomen wordt o.a. voorgesteld dat bestuursorganen: A. op een besluit aangeven op welke wijze men in contact kan komen met een ambtenaar die je dossier kent. B. bij een bezwaarschrift eerst in overleg treden met de bezwaarmaker. C. bij een te laat ingediend bezwaarschrift in contact treden om te bezien of er redenen zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
  9. De positie van de burger in procedures voor de bestuursrechter wordt versterkt met de mogelijkheid om aan een burger de gelegenheid te geven zijn beroepsgronden verder te onderbouwen of ingenomen stellingen aannemelijk te maken (de burgerlus).

Wet versterking participatie op decentraal niveau

Dit wetsvoorstel wil de betrokkenheid van inwoners bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid van hun gemeente, provincie, waterschap of openbaar lichaam in Caribisch Nederland versterken. Ook wordt het uitdaagrecht, als specifieke vorm van participatie, wettelijk verankerd. Met het uitdaagrecht kunnen inwoners hun overheid uitdagen om de uitvoering van een taak over te nemen zoals het beheer of onderhoud van een park of buurthuis. Het wetsvoorstel is op 4 juni 2024 door de Eerste Kamer aangenomen. De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. De Tweede Kamer heeft dit voorstel op 12 september 2023 controversieel verklaard. Het wetsvoorstel is in afwachting van behandeling in de (nieuwe) Tweede Kamer. Met het wetsvoorstel wordt beoogd knelpunten weg te nemen in relatie tot gegevensuitwisseling en privacy in het sociaal domein bij de aanpak van meervoudige problematiek. Het wetsvoorstel voorziet daartoe in wettelijke taken voor ons college van B&W voor onderzoek, planvorming en coördinatie bij meervoudige problematiek in het sociaal domein en eventueel aanpalende terreinen. Deze wettelijke taken vormen de grondslag voor de ter uitvoering van die taken noodzakelijke verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens. Tevens voorziet dit wetsvoorstel de meldpunten voor niet acute zorg bij gemeenten, van een duidelijke wettelijke basis die nodig is voor het ook bij deze wet stellen van regels voor de verwerking van persoonsgegevens door deze meldpunten.

Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV)

Deze wet is gedeeltelijk inwerking getreden op 1 januari 2024. Het grootste gedeelte van de wet moet echter nog inwerkingtreden. Deze wet wijzigt bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) over elektronisch bestuurlijk verkeer. Door de WMEBV krijgen burgers en ondernemers het recht om digitaal met de overheid te communiceren. De gemeente moet de digitale kanalen aanwijzen die burgers en ondernemers daarvoor kunnen gebruiken. Bij het gebruik van de digitale weg gelden nieuwe waarborgen, zoals notificatie, ontvangstbevestiging en termijnverlenging bij storing. Ook wordt de overheid verplicht om passende ondersteuning te bieden bij bestuurlijk verkeer. Deze ondersteuning moet zijn afgestemd op de aard van de dienstverlening en de doelgroepen. Ter voorbereiding op de invoering van de wet zal de organisatie bestaande procedures en werkwijzen moeten aanpassen en juridisch borgen.